De Weg

Ik lees oude exemplaren van De Weg, het blaadje van de Noorse Broeders in Nederland. Als jong meisje was ik dankbaar voor alles wat daarin geschreven stond. Die verkondiging, dat was mijn roeping. Wereldse mensen zouden zulke absurd klinkende teksten verachten. Maar Gods woord was een geheimenis dat slechts aan weinigen was geopenbaard en ik was er trots op om een van die weinigen te mogen zijn.

‘Heb ik een dodelijke haat tegen het eigen vlees, tegen de onreinheid die erin woont, dan zal ik tot het uiterste strijden en door het geloof kracht krijgen om die te overwinnen. Zo verpletteren we Satans legermacht.’

‘Geef de begeerten geen greintje voedsel, maar laat ze doodhongeren. Dan houden de slechte dromen op. Dat is de goddelijke natuur in de praktijk. Dat komt ook niet meer terug als u bijvoorbeeld kinds zou worden en geen macht meer zou hebben over uzelf.’

‘De gemeente van de Noorse Broeders is de bruid van Christus. Maar dan moet die gemeente haar oude man, haar eigen leven, haar eigen wil, volkomen haten. Het 'vlees', de zonde moet absoluut gedood zijn, anders is de bruid overspelig.’

Pas later begreep ik dat deze ‘onreinheid in mijn eigen vlees’ niet alleen ging over het hebben van fantasieën, of het toegeven aan gevoelens van egoïsme, boosheid, ijdelheid, e.d., maar vooral ook over seksuele verlangens. De lusten van een vrouw komen bij religieuzen sowieso altijd op de laatste plaats, maar ook de ‘onreine’ verlangens van de man moeten worden uitgehongerd tot de dood erop volgt. Ik heb een krantenknipsel bewaard uit 2016 over fanatiek-religieuze jongemannen die een achtjarig meisje hadden beschimpt omdat ze meenden dat ze niet ‘kuis’ was gekleed. Ze waren bang voor een zaadlozing bij het zien van een modern geklede vrouw. Ze geloven dat verspild joods zaad demonen naar buiten brengt die in het verleden onder meer de Shoah zouden hebben veroorzaakt.

Zij die je absurditeiten kunnen laten geloven, kunnen je wreedheden laten begaan,’ schrijft Voltaire.

Worden mensen gevaarlijk als gewone, natuurlijke gevoelens en handelingen tot zonden worden bestempeld? Ben ik, omdat ik als kind de ‘zonden’ in mijn eigen vlees moest doodhongeren, sneller geneigd tot wreedheden en geweld? Misschien is het mijn redding dat ik inmiddels een overspelige, weggelopen bruid ben geworden. Geen idee of dat ook geldt als ik kinds zal worden en geen macht meer zal hebben over mezelf.

Volgende
Volgende

Geprezen zij…