Rat

Ik las twee toespraken terug. Twee sprekers van de Noorse broederschap waar ik ooit toe behoorde spraken zich uit tegen ex-leden. Ze haalden Facebook erbij aan, doelden op initiatiefnemers van verschillende sites en vergeleken de schrijvers met ratten. Is dat de reden waarom sommige ex-leden zo respectloos en zelfs met geweld worden benaderd? vroeg ik me af. ‘Hebt uw vijanden lief,’ lijkt een heel andere boodschap uit te dragen. En met God aan je zijde hoef je je toch nergens druk om te maken.

‘Religieuze fanatici kunnen beroep doen op een almachtige god,' schrijven de Belgische criminoloog L. Pauwels en filosoof M. Boudry in een artikel over Religie, geweld en extremistische morele overtuigingen. ‘Religieuze fanatici hechten geloof aan een allesomvattend kosmische eindstrijd, die geen enkele ruimte voor compromis laat, en die in het voordeel van de ‘ware gelovigen’ zal worden beslecht.. Een verwante vorm van rechtvaardiging voor geweld bestaat erin om leden van de outgroup te demoniseren als ongedierte. Deze ontmenselijking wekt een gevoel van morele afschuw, en voedt de gedachte dat outgroupleden een bedreiging vormen voor de gezondheid en het zielenheil van de eigen gemeenschap. Geweld tegenover outgroupleden lijkt op die manier perfect rechtvaardig. Rechtvaardiging is een normatief proces, en de normen die bestaan komen voort uit de moraliteit, afgeleid uit de religieuze doctrine.'

Je bent geen rat, zeg ik tegen mezelf, na het volledige stuk van de Belgen te hebben gelezen. Ook al vraag ik me meteen af of er zoveel verschil is tussen het gedrag van een mens en een rat en of ik me moet schamen om met het dier vergeleken te worden. Er staat een fascinerend en prachtig geschreven boek in mijn kast van de Poolse schrijver Andrzej Zaniewskimet met een rat als hoofdpersonage, waaruit ik een fragment citeer:

“Alle kennis van mensen die ik tot nu toe had vergaard, alles wat ik van ze wist, was in tegenspraak met deze gebeurtenis. Hij doodde me niet maar liet me vrij, misschien was ik hem te vlug af. Of veronderstelde hij dat ik te verzwakt was om te vluchten, of dood was. Nee, hij spoorde me aan om uit de val te gaan, bewoog de val. Duwde ertegen met zijn voet. Misschien was het inbeelding, een drogbeeld, droom. Nee, zeker niet. Een stroom vochtige najaarslucht doet me huiveren. Doodsbang, op stijve hoge poten, zodat mijn buik niet onder de modder komt, ren ik langs de stoeprand in de richting van de haven.”

Ik weet niet zo goed wat ik moet denken van die twee Noren met hun beweringen. De ex-leden die als ratten worden aangemerkt zijn in ieder geval niet bang. Ze zijn moedig, ondanks de dreiging en demonisering. Toch vermoed ik dat er meer schuilt achter zo’n toespraak dan alleen het voeden van fake-gedachten. Soms hoor of lees je in de taal en de toon van een spreker dat er iets op het spel staat, iets wat verborgen moet blijven. Een eenvoudig gecreëerde vijand is daarbij een handige dekmantel. Een volgeling die uit solidariteit met de groep overgaat tot geweld is niet alleen een bliksemafleider, maar ook een geheiligd en geprezen offerdier.

Vorige
Vorige

Geprezen zij…

Volgende
Volgende

Jij bent niet gek