Jij bent niet gek

Het komt voor. Heel sporadisch is er een vader of een moeder die tegen het kind zegt: ‘Het lag niet aan jou. Jij bent niet gek. Jij zat goed en ik zat fout. Want ik was gehersenspoeld. Ik heb me laten meeslepen door een geluksgevoel, een groepspsychose, het warme nest van een broederschap. Ik heb me laten gijzelen door de inzichten van anderen en daardoor mocht jij geen kwetsbaar kind zijn. Ik was laf en heb afstand van jou genomen toen je niet aan de regels van de groep voldeed. Ik betreur dat.’

Het is niet waar. Het komt niet voor. Ik heb het ergens gelezen en overgeschreven omdat het me zo mooi lijkt. Omdat ik het zo graag zelf had willen meemaken. Ik zou onmiddellijk al het geleden leed achter me laten en mijn ouders een mooie oude dag bezorgen met veel gezelligheid en veel gelach. Mijn moeder een lekker kortgeknipte krullenbos, mijn vader een biertje...

Geen van beiden heeft spijt gehad en in een volgend leven zouden ze vol overtuiging weer dezelfde keuze maken: die broeders volgen, die verkondiging naleven, alles ervoor opofferen en een sober leven leiden. Opnieuw zouden ze afstand nemen van andersdenkenden en om die reden ook weer vol overtuiging hun eigen vlees en bloed verstoten. Hoe kun je anders behouden worden en het eeuwig leven beërven?

‘Tegen 2050 zal de wereld een stuk religieuzer zijn dan nu het geval is,’ lees ik op de website Scientias. ‘Religie blijft. Religie groeit.’ Het geboortecijfer is belangrijk en wellicht het feit dat de meeste kinderen in een gezin trouw blijven aan de religie van hun ouders. Het lijkt me duidelijk dat daarbij dus ook het aantal kinderen zal toenemen die denken dat ze gek zijn.

Heeft het zin om over dit onderwerp te schrijven? vraag ik me af. Heeft het zin om al die gedachten en ervaringen op papier te knallen? Of is het opschrijven ervan enkel en alleen iets voor mezelf, een doekje voor het bloeden?

Een kind is een vogel in een nest, de bek opengesperd om gevoed te worden. Vogelvrij.

Vorige
Vorige

Rat

Volgende
Volgende

Paplepel