Wij Dansen Niet

Ze stond opeens voor me, mijn zus die tot op de dag van vandaag de No-bro’s toebehoort, en vroeg waar ze het beste haar haren kon laten kleuren. Voorheen was dat not done bij de Noorse broederschap. Een zuster hoorde zich niet bezig te houden met uiterlijkheden. Een zuster hoorde zich kuis te kleden, geen broeken te dragen, haar haren niet te knippen of los te dragen en ze hoorde al helemaal niet de sierlijke kroon van haar grijsheid te verdoezelen. Maar heden ten dage is het offer van ijdelheid ingeruild voor het offer van geld. De Noorse leider heeft naast zijn nieuwe huis (met indrukwekkend hoge pilaren voor de ingang) ook nieuw licht gekregen. Eeuwenoude bijbelteksten zijn jarenlang onjuist geïnterpreteerd. Al het geleden leed van straf, lichamelijke tucht en uitsluiting ten spijt. Mijn zus laat zich knippen en kleuren en bij sommige gelegenheden laat ze zelfs haar haren loshangen. Ze doet dat met een kinderlijke blijdschap. Ook haar hoofddoek komt de kast niet meer uit en ze draagt broeken waardoor ze qua uiterlijk geen vreemde meer is tussen wereldse mensen. Ze is een vrouw die niet omkijkt naar het verleden. Waarom zou ze? Ze behoort een groep van uitverkoren mensen toe en luistert naar een leider die dichter bij God staat dan wie dan ook. Ik als afvallige hoor daar niet meer bij. Ik ben een treurig schepsel dat zo nu en dan oude koeien uit de sloot opvist - akkefietjes uit een ver verleden. Maar mijn zus trekt haar mooiste broek aan, borstelt haar sierlijke kroon van geverfde haren en zit voor het eerst van haar leven op dansles. Ze lacht en lijkt oprecht gelukkig.

Vorige
Vorige

Ware Christenen

Volgende
Volgende

Fill the Void